Frank Nellen (Roosendaal, 1982) was te gast bij Literaire Kring Goirle opvrijdag 17 januari 2025Vanuit zijn zolderkamer komt hij tot ontploffingen
Geturfd heb ik het niet, maar ik schat dat Frank Nellen zo’n 20 keer verteld heeft over zijn zolderkamertje. Daar leest deze nog vrij jonge schrijver zijn meters boeken ter voorbereiding van de roman die hij in gedachten heeft. Zijn laatste (en tweede) succesvolle boek, De onzichtbaren (2024) gaat over drie jongen die opgroeien in Oekraïne. Drie-en-een-half jaar las Frank alles wat er te lezen was over de Sovjet-Unie in het algemeen en de geschiedenis van Oekraïne in het bijzonder. Tsjernobyl (1986) speelt een grote rol in zijn roman. Na dat lezen op zijn eenzame zolderkamertje ging Frank schrijven, anderhalf jaar. Na vijf jaar was zijn boek klaar.
Opeens zag ik het: Tsjernobyl is een metafoor voor deze explosieve schrijver. In zijn boeken ontploft hij, hij ontploft ook als hij voor een zaal staat. Ik vrees dat de geluidsoverbrenging ietsje te hard stond afgesteld. Zijn performance was een grote stortvloed van woorden, zonder punten of puntkomma’s laat staan witregels of stiltes, een orgie van geluid. Ik vroeg me af wanneer hij ademhaalde. Daarbij struinde hij over de bühne, maakte de meest brede armgebaren die ik ooit gezien heb, en ook weer de kleinste als hij met zijn vingers aan het friemelen ging om iets kleins tot uitdrukking te brengen. Hij zei van de kapel dat ie nergens in zo’n mooie ruimte had gesproken; ja, daar kun je wel mee binnenkomen in Goirle. Ik zag ook dat hij zich God waande. Hij is niet de eerste literator die dit denkt, Kloos had het ook. Taal is het element waarin Frank zich voelt als een vis in het water. Taal is scheppend, met taal kun je hele werelden bouwen. Frank uitte diverse keren een merkwaardig soort dankbaarheid richting de rampen die de wereld overspoelen (de holodomor, de holocaust, Babi Jar, Stalin, Jeltsin, Poetin) omdat hij daar dan weer mooi over kan schrijven. En schrijven is het mooiste dat er is. Zo stel ik me voor dat God de bijbel leest – zoals u weet een boek met veel narigheid en zwarigheid, menselijk falen en feilen – en toch dankbaar is dat Hij dit allemaal geschapen/geschreven heeft. Nu moet u niet denken, daar heb je Loonens stokpaardje weer, want het was Frank zelf die met evenzoveel (nee, met nog méér) woorden verklaarde dat hij zich als God voelde.
Na de pauze kwam er wat meer rust in deze briljante, drukke en explosieve ADHD-er. Dat was het woord dat in mijn omgeving werd gefluisterd. In mijn naaste familie ken ik een tienjarig jochie dat ook all over the place is, niet te houden, exploderend in alle richtingen, alleen in toom te houden als hij een omnibus van Donald Duck leest of mag gamen op zijn tablet. Zo heeft Frank Nellen natuurlijk zijn zolderkamertje nodig om niet voortdurend buiten de perken te gaan. Hij voelt zich zelf constant 17 jaar. Iemand vroeg: als je van schrijven je beroep zou kunnen maken, deed je dat dan? Antwoord: nee. Zelfs als je boeken goed gaan, zoals die van Frank, dan kun je er met geen mogelijkheid van leven. Nee, Frank verdient als gedoctoreerd fiscaal jurist de kost met de BTW (VAT internationaal), oersaai maar wat wil je. Daarnaast doceert hij aan de universiteit. Dit werk, deze contacten, dit geld heeft hij nodig. Zijn grote passie lezen en schrijven is voor de zolderkamer. Wat hij verdient met de literatuur en met de prijzen die hij ontvangt is mooi meegenomen. Uit betrouwbare bron weet ik dat Frank voor zijn optreden voor de Literaire Kring geen gage gevraagd heeft. Als lid van de kascontrole weet ik dat dit een groot geschenk is, heel voordelig voor de LKG; bijna al het contributiegeld gaat op aan optredende schrijvers en Leydraden.
Zijn volgende boek gaat over een paar vissers rond Spitsbergen. Hoewel hij er aanvankelijk niets over wilde vertellen, vertelde hij er uiteindelijk toch heel veel over (hij kan zich zelf niet helpen). Hij heeft inmiddels een meter boeken over vissen gelezen en over de Noordelijke ijszee. Zijn debuut, Land van dadels en prinsen (2020) speelde in Parijs en Algerije, het gaat dus alle kanten uit in dit beginnende oeuvre. Vraag: zal hij het ooit dichter bij huis zoeken, een roman die in Nederland speelt? Hij dacht het niet. Met ontwapenende eerlijkheid zei hij dat Nederland hem niet boeit, de Nederlandse literatuur ook al niet, noch de Nederlandse literatoren. Hij komt niet in die scene van Baudelaire-spelende schrijvers, drugs, drank, vrouwen en overspel. Nee, Frank gaat om 21.30 uur kapot naar bed, zijn zeer jonge kinderen halen er hem bij het krieken van de dag weer uit. Gezinsleven, werken aan de BTW, en dan naar dat zolderkamertje voor zijn scheppende, goddelijke werk om vervolgens te ontploffen. Laatste vraag: wat vindt hij van de huidige wereld, heeft hij vertrouwen dat het goed komt gezien zijn jonge gezin? Ook hier weer die ontwapenende eerlijkheid: hij beschouwt zichzelf als een politiek onbenul, hij houdt zich niet bezig met de crises van deze tijd, hij kijkt liever weg, steekt de kop in het zand. Zoals de meesten van ons. Wat heb je eraan om de kinderen depressief te maken, vroeg hij ons af.
Tot slot nog een opmerking over het debuut van interviewer Tom Borsten, leraar Nederlands, leeftijdgenoot van Frank, denk ik. Hij deed het niet slecht, maar je realiseerde intussen wel hoe goed onze eigen Joost Minnaard is. Joost dankte Frank Nellen en Tom Borsten, hij gaf het presentje en attendeerde ons op de Literaire Estafette van vrijdag 31 januari, en het optreden van Arthur Japin op dinsdag 18 maart.
Ben Loonen |
Neem contact op | Partners
Stichting Cools
| Laatste Nieuws
| Zoeken
Lid worden?Wil je lid worden klik dan hier voor het invulformulier |